Kanaal Maastricht Luik
Het kanaal Maastricht Luik was een kanaal tussen de twee plaatsen. Het maakte een verbinding tussen de Maas bij Luik, en de Zuid Willemsvaart in het Bassin van Maastricht.
Het kanaal Luik-Maastricht werd tussen 1845 en 1850 aangelegd.
De verbinding maakte deel uit van de scheepvaartverbinding tussen Luik naar Antwerpen. Het sloot in Maastricht immers aan op de bestaande Kempische kanalen. Het liep parallel aan de Maas, maar sneed enkele bochten en ondiepten van deze rivier af. Bovendien kregen schippers dankzij het kanaal niet meer te maken met wisselende waterstanden zoals op de Maas.
Oorspronkelijk telde het kanaal zes sluizen, namelijk in Coronmeuse, een dubbele sluis bij Haccourt Devant le Pont, Groot Ternaaien, Klein Ternaaien, in Maastricht bij de Sint Servaasbrug en bij het Bassin. De sluizen bij Haccourt, Groot Ternaaien verdwenen toen de kanaalbedding grotendeels werd opgenomen in het Albertkanaal. Om de doorsnijding van het Plateau van Caestert zo ondiep mogelijk te maken werd dit gedeelte toen op maximale hoogte gebracht. De oude sluis van Klein Ternaaien verloor haar functie toen de twee nieuwe kleine sluizen van Klein Ternaaien werden gebouwd om het grotere hoogteverschil naar het nieuwe Albertkanaal te overbruggen.
Nu het Albertkanaal de vaart tussen Luik en Antwerpen rond Maastricht leidde, werd de verbinding met het Bassin overbodig. De bevolking van Maastricht was maar al te blij dat het de naar eigen zeggen "vuile" vaart kon dempen. Dat gebeurde in de jaren 1963-1967 met grind dat rechtstreeks uit de Maas kwam. Hierbij werden overblijfselen van de Romeinse brug gevonden.
Nadat het kanaal gedempt was werd op het tracé de Maasboulevard aangelegd. De staatnamen "Hoge" en "Lage Kanaaldijk" aan weerszijden hiervan herinneren aan de voormalige jaagpaden. Ter vervanging van de verbinding tussen het Albertkanaal en Maastricht werd het kanaal van Ternaaien gegraven.
Kenmerken
Waar nu de Pont Atlas ligt, daar lag de eerste sluis van het Kanaal van Luik naar Maastricht. Vanaf de brug is het eind van het kanaal te zien. Waar nu het kanaal ophoudt, was vroeger het bassin Coronmeuse.
Tussen de sluis Coronmeuse en de eerste draaibrug was het kanaal wat breder, en vormde zo het bassin Coronmeuse.
Na het bassin van Coronmeuse lag de eerste draaibrug. Een van vele bruggen die het kanaal rijk was.
Langs het kanaal was ook een scheepswerf gevestigd. Freres Dessard bouwde en repareerde in een droogdokje aan het kanaal.
De Sluis van Haccourt lag vlakbij de kruising met het verbindingskanaal naar de Maas bij Visé. Het kanaal is er nog, maar de komst van het Albertkanaal heeft de aansluiting wel veranderd.
Ter hoogte van het kastel van Castert lag de sluis van Klein Ternaaien. De huizen die nu aan de huidige kade van de sluis van Klein Ternaaien stonden, waren er ook al bij de oude kleine sluis, al lag het kanaal tussen de huizen en de hoge berg in. De huizen kregen met de bevaarbaar maken van de Maas eerst water achter het huis, en later werd het kanaal voor het huis gedempt. Met de aanleg van het Albertkanaal in de jaren 30 van de vorige eeuw, werden de huidige kleine sluizen van Klein Ternaaien gebouwd. Ze sloten toen aan op het kanaal Maastricht Luik, maar waren wel al zo gebouwd, dat als de Maas bevaarbaar zou worden, het verschil van waterstand geen probleem opleverde voor de sluizen. Met de bouw van de kleine sluizen verviel ook de oude sluisvan Klein Ternaaien. Het grenskantoor lag ook bij de sluis.
Na de kanalisatie van de Maas, werd er tussen 1926 en 1929 de sluis bij Sint Pieter gebouwd. Hierdoor werd de ENCI laadplaats beter bereikbaar via de Maas. Met het bouwen van de laad installaties van de ENCI tot aan de Maas in 1966 had de sluis en het resterende deel van het kanaal vanaf de St Lambertus richting Belgie geen functie meer. In 1969 werd de sluis van Sint Pieter weer ontmanteld, en de betonnen sluismuren onder een laag grond begraven.
De Onze lieve Vrouwebrug lag aan de Onze lieve Vrouwekade, vlak voor de Sluis 5. De brug is in de loop van de jaren een keer vervangen door een gietijzeren variant.
De Sluis met nummer 5 lag tot aan de Servaasbrug. Het kanaal liep tussen de stad en de Maas door. Een beetje zoals nu de tunnel langs de Maas loopt.
In het bassin kwam via de laatste sluis met nummer 6 het kanaal uit. Door het kanaliseren van de Maas verdween de noodzaak van het kanaal, en werd in de jaren 60 gedempt met materiaal wat uit de Maas kwam.