Maas
De Maas is een rivier die in Frankrijk ontspringt op het Plateau van Langres bij Pouilly-en-Bassigny, en door België en Nederland stroomt. De rivier is 950 kilometer lang.
Op het Franse deel van de Maas, is deze gekanaliseerd, en heet het Kanaal van de Maas (Canal de la Meuse, en voor 2003 heette het Canal de l'est branche Nord.) Het loopt voornamelijk als lateraal kanaal langs de Maas. Vanaf Sedan is de Maas zelf bevaarbaar.
Bij Givet en Heer Agimont komt de Maas Belgie binnen. De Maas in Belgie is gekanaliseerd met 13 sluizen en stuwen. De Maas stroomt over 126,6 kilometer over Belgisch grondgebied. Ten zuiden van Maastricht, bij Eijsden komt stroomt de Maas Nederland binnen.
In Nederland zijn er nog 7 stuwen en 6 sluizen. De Maas is vanaf de Sluis van Klein Ternaaien tot aan de stuw van Borgharen bevaarbaar. Na de stuw vormt de Maas de Grensmaas. De Grensmaas is niet bevaarbaar tot aan Maaseik. Daarna kan de rest van de Maas bevaren worden.
Na 's Hertogenbosch gaat de Maas over in de Bergse Maas. Een gegraven kanaal om de Maas van de Waal los te koppelen.
De Maas is vanouds een belangrijke scheepsroute, hoewel de bevaarbaarheid van de Maas soms problematisch was. De situatie verslechterde toen de Belgen vanaf 1843 het kanaal Bocholt-Herentals aanlegden. Via de Zuid-Willemsvaart werd het kalkrijke Maaswater afgetapt om daarmee de onvruchtbare gronden in de Kempen te bevloeien. Dit waren de zogenaamde vloeiweiden. Om deze moeilijkheden het hoofd te bieden werd in 1863 het Maastractaat gesloten, waarin de wateronttrekking werd geregeld.
Dit verdrag loste de problemen echter niet op. Dit was de reden waarom in 1915 in Nederland een wet werd aangenomen om de Maasverbeteringswerkzaamheden uit te voeren. Het voorzag in de bouw van stuwen, de aanleg van kanalen, en de afsnijding van Maasbochten. De werkzaamheden duurden tot 1942. In 1994 werd het Maasverdrag gesloten, om gezamenlijk tot een beter waterbeheer te komen. Niet alleen de bevaarbaarheid, maar ook de kwaliteit van het water, speelden hierin een belangrijke rol.
De Maasverbetering of Maaskanalisatie is een project dat plaatsvond gedurende de jaren dertig in het Nederlandse stroomgebied van de Maas. Hierbij werden een groot aantal bochten van de voordien sterk meanderende rivier afgesneden. De Maas werd hierdoor veel beter geschikt voor de scheepvaart en het project voorzag eveneens in een snellere waterafvoer.
In 1904 werd de Maas bij Well afgedamd. Als nieuwe, kunstmatige, Maasbedding werd de Bergsche Maas gegraven, die bij Geertruidenberg op de Amer uitkwam. Het afgedamde traject van Well tot Woudrichem werd voortaan de Afgedamde Maas genoemd. Om scheepvaartverkeer met de Waal mogelijk te maken werd het Heusdensch Kanaal gegraven. Bij Andel werd in de Afgedamde Maas een dam met schutsluis aangelegd.
Op 12 juni 1915 werd een wet aangenomen die voorzag in werken om de scheepvaart op de Maas te bevorderen. De werken zouden de kanalisatie van de rivier van Maasbracht tot Grave omvatten. Bovendien zouden het Kanaal Wessem-Nederweert en het Maas-Waalkanaal worden aangelegd. Deze kanalen werden geopend in 1929 respectievelijk 1927.
Stroomopwaarts van Maasbracht was de Maas een grensrivier met België, en de samenwerking met de Belgen verliep stroef. Daarom werd in 1919 besloten om aan Nederlandse zijde het Julianakanaal aan te leggen en tevens een aantal stuwen te bouwen, namelijk te Borgharen, Belfeld, Sambeek, Grave en Lithoijen. Deze werken werden bekroond met het openen van het Julianakanaal in 1935.
Hierop werd begonnen met het afsnijden van de vele bochten. Dit was zeer ingrijpend voor de diverse dorpen die aan de Maas lagen. De bedding van de rivier kwam ineens aan de andere kant van het dorp te liggen. Een dorp als Alem bijvoorbeeld kwam op een schiereiland te liggen en wisselde in 1958 zelfs van provincie: het werd door Noord-Brabant als onderdeel van de Gelders-Brabantse grenscorrecties van 1958 aan Gelderland afgestaan, omdat Noord-Brabant aan de overzijde van de nieuw gegraven bedding was gelegen.
In 1942 was het werk zover voltooid dat de Beerse Overlaat, die tot dan toe voorzag in periodieke overstroming van een deel van het Maasland bij hoge waterafvoer, kon worden opgeheven.
Kenmerken
De Maas is een regenrivier waarvan het peil sterk afhankelijk is van regen. Daardoor staat de Maas 's winters hoog, terwijl ze 's zomers vaak bijna droog staat. De meeste regen komt uit de Franse en Belgische Ardennen, maar de oppervlakte is er te rotsig om veel water te kunnen bergen. In de winter is er bovendien weinig vegetatie en zijn er periodes van dooi. Ook verdampt er nauwelijks vocht. Ten slotte is het reliëf van het Maasbekken erg groot, waardoor het water met grote snelheid wordt afgevoerd.
De overstromingen in 1993 en 1995 waren voorafgegaan door een periode van ruim een maand gestage en soms hevige regen. De natte periode, die eind januari 1995 tot overstromingen leidde, begon een maand eerder en in totaal viel 350 mm, ruim twee keer zoveel als normaal. Op enkele dagen kreeg het stroomgebied van de Maas gemiddeld meer dan 30 mm in één etmaal en plaatselijk 70 mm. In 1995 regende het vooral vanaf 21 januari hard: in Wallonië viel 300 mm in tien dagen, drie keer de normale hoeveelheid. In het begin zorgde de bevroren bodem in Hoog-België voor een nog snellere afvoer van de regen, vervolgens smolt de sneeuw die er al sinds begin januari lag.
Om dit in de toekomst te voorkomen, gingen de Vlaamse Overheid en de Nederlandse regering een samenwerkingsproject aan. Ingevolge het Maasverdrag werd het Grensmaasproject ontwikkeld, dat de rivier meer ruimte moest geven zodat er meer water gebufferd kon worden. Gehoopt werd dat dit ook zou leiden tot het ecologisch herstel van de rivier en haar uiterwaarden. Het plan is anno 2021 grotendeels voltooid.
Tijdens de overstromingen in juli 2021 kon de Maas, ondanks de vele maatregelen, de afvoer maar ternauwernood aan. De laaggelegen delen van het centrum van Luik, enkele wijken van Maastricht, Roermond en Venlo, en diverse dorpen langs de Maas werden uit voorzorg geëvacueerd. Toch viel de schade hier uiteindelijk mee en er deden zich geen persoonlijke ongelukken voor. In de dalen van enkele zijrivieren van de Maas in Wallonië was de situatie wel desastreus: enkele tientallen mensen verdronken, huizen en bruggen stortten in en honderden mensen raakten dakloos. Met name in de plaatsen Verviers, Pepinster en Chaudfontaine in het dal van de Vesder waren de gevolgen van de water- en modderstromen rampzalig. In Nederland werd Valkenburg, in het dal van de Geul, het zwaarst getroffen.
De Maas is vanaf Troussey parrallel bevaarbaar via het Canal de la Meuse, het kanaal was oorspronkelijk Canal de l'Est brache nord. In 2003 veranderde het naar het Canal de la Meuse. Het kanaal loopt grotendeels langs de Maas, en de rivier wordt bij Koeur-la-Petite als bevaarbare rivier gebruikt. Delen van de rivier wisselen af met stukken kanaal. Het Canal de la Meuse heeft een eigen pagina.
Van de sluis van Roermond loopt het sluiskanaal naar de kruising van het sluiskanaal, het Lateraal kanaal. De Maas stroomt achter de dijk, onder de zelfde brug door. Net benedenstrooms de spoorbrug komt het Lateraal kanaal weer bij de Maas/